sentence1
stringlengths
6
976
sentence2
stringlengths
6
1.01k
score
float64
0
5
lang
stringclasses
11 values
De groep eet terwijl ze geniet van een adembenemend uitzicht.
A group of people take a look at an unusual tree.
2.2
nl-en
De jongen steekt zijn hand op.
The man is raising his hand.
3.4
nl-en
Een man met een grijze baard wordt geschoren voor een collegezaal
A man with a beard is sitting in the grass.
0.8
nl-en
De lucht heeft heel weinig tot geen wolken.
This Lady might be ready for Rock Climbing, or just watching the Clouds, above.
0.4
nl-en
De jonge jongen springt op blote voeten naar buiten in de voortuin.
The teen rode his bike around the people walking in the courtyard.
0.4
nl-en
Er zijn honden in het bos.
The dogs are alone in the forest.
4
nl-en
Sommige fietsers stoppen bij een bord.
Two men stop to talk near a sign outside.
3.4
nl-en
Deze koks in het wit zijn druk bezig in de keuken om eten te maken voor hun klanten.
The women are preparing dinner in their kitchen.
3
nl-en
Een jonge persoon diep in gedachten.
A young man deep in thought.
4.6
nl-en
Een man draagt ​​een kano met een hond.
A dog is carrying a man in a canoe.
1.8
nl-en
Een man verricht arbeid.
A man is performing today.
2.8
nl-en
Twee mannen in traditionele kleding staan ​​buiten.
Three women wearing black vests and gray shirts are talking outside of a building.
2
nl-en
een vrouw kijkt live naar een rapgroep
An audience watches a girl dance.
2.2
nl-en
Een meisje dat op een zandstrand danst.
A girl is on a sandy beach.
3.6
nl-en
een man met een grijze hoed die uit een vissersboot vist.
A man wearing a straw hat and fishing vest in a stream.
2.6
nl-en
Een klein meisje in een oranje gestreepte outfit is in de lucht terwijl ze op een bed springt.
A dog in a red shirt is chasing a squirrel through the glass.
0.2
nl-en
Een persoon kijkt naar mensen die de heuvel af skiën.
The woman is jumping a long distance while people watch.
1.4
nl-en
De tuin heeft een hond.
The dog is running after another dog.
1.6
nl-en
De vrouw drinkt limonade en kijkt naar T.V.
The man is sitting drinking coffee.
0.4
nl-en
Drie vrouwen koken.
Two women cooking.
3.2
nl-en
De vrouw knielt naast een kat.
A girl is standing next to a man.
0.2
nl-en
De jonge volwassene heeft het koud
Asian children are playing with a dog.
0.2
nl-en
Drie jongens spelen een pro-basketbalspel.
two guys playing a game of baseball.
2.4
nl-en
Een trieste man springt over een beekje om zijn metgezel aan de andere kant te ontmoeten.
A man is jumping over a stream to meet his companion on the other side.
3.8
nl-en
De jongens verdienen hun volgende riem in karate.
Five girls and one boy are in their swimsuits all in the middle of jumping into the pool.
0.2
nl-en
Een vrouw graaft in het zand.
A man is buried in the sand.
1.4
nl-en
Een vrouw rijdt op een golfkar.
A man riding a cart.
1.8
nl-en
Een vrouw is aan het bungeejumpen.
A girl is bungee jumping.
4.2
nl-en
Een clown treedt op voor broer en zus terwijl de rest van de partij toekijkt.
A blond-haired child performing on the trumpet in front of a house while his younger brother watches.
1.2
nl-en
Een persoon die buitenshuis filmt.
There is a couple outdoors.
1.6
nl-en
Een mens op een skateboard.
A child is riding a skateboard.
3.8
nl-en
Een vrouw in een geruite outfit kijkt door een zak met producten.
This is the picture of a woman in a flowered dress, toting something in a bucket.
1
nl-en
Vier meisjes lopen graag een trottoir af.
Three young girls walk down a sidewalk.
3.4
nl-en
De tennisspeler sloeg de bal in de ruimte en brak de death star.
A female tennis player is leaping into the air to hit the ball.
1.2
nl-en
Een jongen beklimt een bosheuvel.
A boy is climbing a hill.
4
nl-en
een groep marineverbindingen zingt
A group of military personnel are playing in a brass quintet.
2.4
nl-en
Blonde jongen die op dek springt.
A boy jumping down a wet inflatable slide.
2
nl-en
Een man gebruikt een kettingzaag om een ​​fallisch ijssculptuur te beeldhouwen.
A man is using a chainsaw to carve a wooden sculpture.
2.6
nl-en
Een groep mannelijke bouwvakkers herstelt spoorwegsporen op een bewolkte dag
A crew of workers working on a railroad track.
3.8
nl-en
Een man die viool speelt in de regen.
A man playing the guitar in the rain.
3.2
nl-en
De mensen verlaten het vliegtuig.
The people are entering the plane.
2.2
nl-en
De honden achtervolgen een kat.
The dogs are chasing a black cat.
4.4
nl-en
Het meisje heeft iets op haar hoofd.
The woman has something with her.
2.6
nl-en
de bruine hond speelt met de rode hond in de sneeuw
A yellow dog is playing in the snow.
2.6
nl-en
Mensen maken van kaarten een structuur.
Two people are together and one is using a piece of clothing in a different way than intended.
0.2
nl-en
een meisje met vazen ​​op de achtergrond in haar huis
The girl is standing as the other girl with glasses works on her hand painting.
0.2
nl-en
Er zijn vier mensen buiten.
Five people are outside.
3
nl-en
Een persoon die op kantoor zit, maakt een foto.
A woman is sitting in an office.
3.2
nl-en
Meisjes houden handen in blauwe kleding
The young people are wearing jeans with their red and green shirts.
1.8
nl-en
Mensen rocken springen in water terwijl mensen op de achtergrond vissen.
Two people watching the water.
2.2
nl-en
Een man demonstreert hoe te werken met klei terwijl minstens twee mensen observeren.
At least one of the three women is talking to the others.
0.6
nl-en
Een hond heeft een trui aan.
A man in a suit jacket is sitting on a red couch with a cat.
0.6
nl-en
Een blonde vrouw zoekt medische hulpmiddelen voor werk in een koffer.
The blond woman is searching for medical supplies in a suitcase.
5
nl-en
Een jongen gaat op school een test doen.
The boy is taking a test at school.
5
nl-en
Een oude man met een hoed staat voor een winkeldeur.
a man in an oversized shirt sits at a shop
2.2
nl-en
Beeldhouwer die beton toepast op een groot menselijk beeld dat zonder hoofd staat.
A person is standing in front of a building holding aloft some plywood
0.2
nl-en
Een jongen met donker haar is in water en kijkt omhoog.
The man is short hair.
0.6
nl-en
Een paal staat achter een persoon die kiekeboe speelt met een kind.
There is a child with a ball
0.2
nl-en
Een vrouw staat op het punt te schilderen.
A boy is about to take a picture.
1
nl-en
De koets wordt getrokken door een paard.
A man riding on a bicycle by side of building.
0.4
nl-en
een man aan het werk in de staalfabriek
A man working in a foundry.
3.4
nl-en
De jonge vrouw flirt met de jonge jongen.
The girl is young and cheery.
1.4
nl-en
Een vrouw kijkt naar een eend terwijl ze erachter loopt.
A woman is going on a walk with her dog.
1
nl-en
de mannen gaan scoren in een waterpolo-toernooi
The two men are about to compete in a match.
2
nl-en
Man zittend op een bankje drinken uit een mok omringd door tapijten.
A man is sitting on one of two red benches and staring into a kiosk.
2.2
nl-en
Een man eet popcorn tijdens het kijken naar tekenfilms op een avond laat.
A man and a girl are watching cartoons at home
2.8
nl-en
Drie mannen zitten op een bank.
two men sit on a bench.
3.2
nl-en
De weg is lang.
There is nothing on the side of the road.
0.8
nl-en
Een kleine blonde jongen glijdt met zijn hoofd over een blauwe speeltuin naar een andere blonde jeugd.
A young boy with his hair standing up, is sliding down a blue slide
2
nl-en
De vier vrouwen oefenen voor een aankomende wedstrijd.
The women are in a play
1.2
nl-en
een jonge man met een wit t-shirt en groene en zwarte korte broek die op een boomstronk staat.
A man wearing a white shirt and red and black shorts is running on the sidewalk.
1.8
nl-en
man op trappen
A man sits on steps.
4
nl-en
Een hond onder de trap
A dog is resting on the stairs.
2.2
nl-en
Er is een jong meisje.
There is a young boy with the woman.
1
nl-en
Twee vrouwen geven een demonstratie op een Renaissance-beurs.
Two people are doing a demonstration at a renaissance fair.
4.2
nl-en
Een vrouw schildert een afbeelding van een groot gebouw dat op de achtergrond te zien is.
A person paints a picture of a large building which can be seen in the background.
4.2
nl-en
Een man zit op een bank televisie te kijken.
A guy is sitting on the couch watching TV
5
nl-en
Een vrouw poseert voor een kerstkaart.
A girl is taking a photo.
1.2
nl-en
Twee kinderen spelen een spelletje tafelvoetbal.
The kids are playing a game with each other.
3.4
nl-en
De man staat in een verlaten veld.
The man is outside in the field.
4
nl-en
Een kleine jongen drinkt uit een pakje sap.
A boy is drinking from a juice packet.
4.8
nl-en
Een man heeft zijn ski's klaar voor het veld om bevroren te worden
A man on a boat getting ready to pull in his net to see what he caught.
0.4
nl-en
De fietser doet gevaarlijke stunts.
A biker is doing stunts.
4.4
nl-en
Een muzikant smeert jam op zijn witte gitaar tijdens een concert.
Trombonist playing the her instrument in a band for a parade.
0.4
nl-en
Een man werkt op zijn boerderij.
An old guy is working on his farm and a cow kicks him.
2.8
nl-en
Een paar jonge jongens in t-shirts verstoppen zich in het bos met één die verbijsterd kijkt.
Two smiling little girls playing in a fountain with other people.
0
nl-en
Een groep mensen voetballen op een voetbalveld voor een menigte.
A group of men playing soccer in a stadium full of people.
3
nl-en
Een man geniet van het kijken naar drie Aziatische kinderen die dansen.
A man is watching three asian kids dance.
4.6
nl-en
Een meisje praat met haar vader op een mobiel.
a girl is talking on her phone.
4.4
nl-en
Eén persoon hanteert een paraplu.
One person is holding an umbrella.
4.4
nl-en
Een vrouw loopt langs de kant van een snelweg.
A man is standing on one feet on a bridge.
0.4
nl-en
Een groep tieners die springen en plezier hebben.
A group of kids having a good time.
3.6
nl-en
Een man die op een zonnige dag op het vliegveld een taxi oproept.
A man is outside on a July day.
1.4
nl-en
Een man speelt zijn gitaar in Joe's Cafe.
The man is playing the drums for his mom.
1.2
nl-en
Een jonge jongen heeft een rode hengel.
A young boy stands over a bridge with a fishing pole.
3
nl-en
Een speler stuitert een bal.
A player catching a ball.
1.6
nl-en
Er ligt iemand op een deken.
The person is making a blanket.
1.4
nl-en
Mannen die deelnemen aan een wedstrijd.
Two women compete in a contest.
2.4
nl-en
De puppy is buiten.
A man in printed board shorts is doing a yoga pose on the beach.
0
nl-en
De man heeft een oranje shirt.
The woman has a orange shirt.
3.4
nl-en